Weenen met de weenenden

Provinciale Drentsche en Asser courant
30-06-1855

Men verneemt hier, dat ginds en elders, (welk eene gedachte ! kan zij ergens haren oorsprong hebben dan in een onedel hart?!) de treurige zaak, alhier voorgevallen met Anne Beenhof, en vermeld in de Prov. Drentsche en Asser Courant van den 20 dezer, door eenigen wordt betwijfeld en verkeerd uitgelegd. Zoude het niet door dezulken zijn, dat het hart vreemd is aan het gevoel der liefde, die niet kunnen weenen met de weenenden, maar die zich verheugden in het lot van lijdenden? Ik wensch zeer.

En daarom schrijf ik heden, de waarheid als de waarheid te doen gelden geef daarom gaarne de openlijke verklaring, dat voor de echtheid dezer zaak vele duidelijke en onwederspreekbare bewijzen zijn. De Justitie toont hiervan overtuigd te zijn door geene moeiten le sparen, om de daders op te sporen. Neen! een zoo bedorven karakter, tot zulke dingen in staat, kan onmogelijk zulk een eenvoudig, onbesproken levensgedrag leiden als Anne Beenhof doet. Zijne daden spreken van zijnen goeden wil en van zijne edele bedoelingen.

Ik, hoewel niet de inzender van het opgenomen berigt in de Courant, en allen die hem bij ondervinding kennen met mij, gelooven hem op zijn woord, en vragen naar geene bewijzen; wie dezelve voor deze zaak wenscht, kan ze bekomen bij mij ondergeteekende.

Zwiggelte den’26 Junij 1855.

Uneken. (= onderwijzer)

Meer uit den ouden doos >